The Ever Changing Body II
Data
Locatie
Exporuimte Cc StrombeekGemeenteplein 1
1853 Strombeek-Bever
Het drieluik The Ever Changing Body wil een beeld schetsen van hoe kunstenaars zich verhouden tot de tijd waarin zij leven en hoe zij de gevoeligheden van hun tijd tot uitdrukking brengen tegen de achtergrond van de pijlsnelle wereldlijke veranderingen (sociaal, economisch, politiek, technologisch). Het wil tonen hoe een samenleving evolueert doorheen de ogen van kunstenaars.
In het tweede deel van The Ever Changing Body schuiven we verder op in de tijd en focussen op kunstenaars en oeuvres met wortels in de ongemeen boeiende jaren tachtig. Het was een nog overzichtelijke periode waarin vooral de nieuwe media om de hoek kwamen kijken en de kunst heel vaak de vorm aannam van āinstallatiesā gebaseerd op het hybride gebruik van die nieuwe (bewegende) media. Het was een tijd waarin de mise-en-scĆØne opnieuw aan belang won en de aandacht voor het tentoonstellen leidde tot een, laat ons zeggen, poĆ«tiserende omgang met het kunstwerk. Na de heftigheid van de kunst aan het begin van de jaren tachtig werd in de tweede helft van die jaren kunst gemaakt waarvan de inhoud in het midden bleef haperen; kunst die zich als een schijnbeeld liet betrappen, gevoed door een denken waarin de kern niet langer waarheid of pathos is als wel de vormelijke, wijkende aarzeling en de streling met het oog van de toeschouwer. Noem het misschien een retour naar een naar het klassieke neigende esthetiek waaronder een diepe vraagstelling over de plaats van de kunst schuilde.
In dit tweede deel viel ons oog op een aantal associatief samengebrachte kunstenaars. Wij kozen kunstenaars die ook vandaag nog blijven zoeken om de beleefde tijd te vangen in intrigerende beelden die ons al dan niet op een kritische manier confronteren met onze visies en twijfels over de wereld en de tijd waarin we leven.
Marie-Jo Lafontaine (1950) was Ć©Ć©n van de meest in het oog springende videokunstenaars in de jaren tachtig; zij wist video te piloteren in beleefbare driedimensionale installaties die de inhoud van de videoās ondersteunden en activeerden.
Het werk van Jan Vercruysse (1948) ontwikkelde zich vanuit het schrijven van poĆ«zie ā āeen onderbouwā die vanaf 1974 āplaatsā maakte voor visuele kunst. Het werk van Jan Vercruysse is en blijft van groot belang omdat hij in de balancerende jaren zeventig en tachtig een visueel standpunt ontvouwde dat apart stond van de toenmalige drang naar taligheid in de kunst, het algemener worden van de dematerialisatie van het kunstwerk en het gretig teruggrijpen naar schilderkunst waarin het gebaar en/of een retour naar de antieke wortels van de cultuur in de verf werden gezet. De presentatie in Het Kabinet is vooral gebaseerd op overwegingen omtrent het portret. In Het Kabinet toont Jan Vercruysse maar liefst vijf werken uit de reeks āZelfportrettenā uit de collectie van het S.M.A.K. en twee werken uit een privĆ©collectie.
De figuren van de belangrijke Spaanse kunstenaar Juan MuƱoz (1953ā2001) staan voor een bepaalde menselijke conditie: vervreemding, verstomming, een bijna autistisch gebrek aan communicatie, eenzaamheid. Het werk van Juan MuƱoz behoort samen met dat van Jan Vercruysse en Stephan Balkenhol tot eenzelfde artistieke agglomeratie. Hun werk houdt bijzonder goed stand omdat zij erin slagen om een beeldtaal te ontwikkelen die rekening houdt met de erfenis van de kunsten en er tegelijk in slaagden om hun beelden langs de val te leiden van modes en tijdgebonden plastische uitdrukkingen. Thomas Ruff (1958) is Ć©Ć©n van de bekendste fotografen van onze tijd en stamt uit de roemrijke school van Bernd & Hilla Becher (DĆ¼sseldorf). Thomas Ruff maakte letterlijk school via zijn indrukwekkende, monumentale portretten die terecht omschreven kunnen worden als humane landschappen. Het werk van Stephan Balkenhol (1957) wordt doordrongen van elementaire voorstellingen van de menselijke figuur via het gebruik van traditionele artistieke middelen zoals hout of brons. De in Brussel residerende Manon de Boer (1966) is de kunstenaar aan wie ditmaal werd gevraagd om een nieuw werk te produceren, resonerend met de werken in de tentoonstelling. In samenwerking met George van Dam produceert Manon de Boer de film Sequenza gebaseerd op de avant-gardemuziek van Luciano Berio.
Jacques Charlier (1939) is ditmaal te gast met tien tekeningen uit de reeks Les Roses TatouƩes. Lemm&Barkey & Needcompany voegen zich onder ƩƩn van de meest spitante kunstenaarscollectieven van de laatste decennia. In de ondergrondse Studio S en op de flatscreen in de tentoonstellingsruimte zullen tergend mooie beelden passeren van personen/situaties die recht uit het rijk van een dansante verbeelding stammen.