An Roovers (1985, Tienen) is gefascineerd door natuur, traditie en geschiedenis. Haar intuïtieve sculpturale ingrepen laten zich het best omschrijvingen als driedimensionale tekeningen. Aarde/klei is de grondstof voor Roovers haar persoonlijk minimalistische oeuvre. Haar praktijk is procesmatig en circulair. Roovers gaat steeds aan de slag met de lokale grondstof in de regio waarin ze werkt, om uiteindelijk de sculpturen in hun oorspronkelijke vorm (aarde) naar hun locatie terug te brengen. Door het gebruik van organisch materiaal en de focus op traagheid, verstilling en tijd, genereert Roovers een bijzonder universum dat evenveel poëtisch als maatschappelijk geëngageerd is.

In CC Strombeek zijn door de kunstenares gestaag twee lijnen in aarde op de vloer van de tentoonstellingsruimte aangebracht. Als vanzelfsprekend, liggen zij bedachtzaam in de ruimte. Ingebed in een initiële leegte en met uiterste precisie geïntegreerd in het architecturale lijnenspel van de aanwezige lichtarmaturen, kolommen, nissen, hoogte, vloer en plafond. De gebalanceerde positionering van de lijnsculpturen creëert een geladen, haast zinderende ruimte tussen het kunstwerk, de architectuur en de toeschouwer. In de beleving wordt duidelijk dat niet enkel de objecten zelf, maar de hierdoor geactiveerde ruimte rondom rond evenveel ressorteert onder de poëzie van de sculptuur.

Roovers oeuvre schrijft zich in binnen een minimalistische esthetiek door een bewust gebruik van de lijn die terugkeert in zowel haar sculpturen, als werken op papier en keramiek. De rechte lijn is voor de kunstenares de sleutel tot een universele beeldtaal, een teken dat betekenis kan krijgen in relatie tot een ander element, zoals de ruimte of materiaal. Hiermee blijft haar werk ver weg van enige anekdotiek of definiërend (en dus gesloten) narratief. Er is iets meditatief aan die herhaling van de lijn; vergelijkbaar met een gedicht waarbij de ademhaling of spaties tussen woorden essentieel zijn voor de betekenis ervan. “In mijn werk wil ik eigenlijk zoveel mogelijk uitschakelen. Ik wil geen verhalen vertellen, eerder wil ik een gevoel genereren, een verwondering, een verkennen of herkennen bewerkstelligen,” legt Roovers uit.

Deze ongedefinieerde tussenruimte en haar mentale en fysieke beleving. Het herinnert aan de zintuiglijke ruimte van de waarneming die de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty ooit beschreef als het être au monde: het “even vergeten” van de lange vertrouwdheid die we hebben met de dingen in de wereld die ons omringen. Met haar in situ werken, tracht Roovers een bewustzijn te creëren, van het hier en nu, ongedwongen, toch persistent, zet ze ons met haar werken aan tot verstilling en vertraging. De puurheid van het materiaal, de eenvoud en eerlijkheid van het werk, vergroot ons aandacht voor het detail en het default, zoals het scheuren, transformeren, krimpen en degraderen van de drogende klei. Een aanzet tot stille reflectie over het onbeminde: van schoonheid en fragiliteit over stilte en tijd, naar vergissingen, gebreken, gemis, ongenoegen, sociale ongelijkheid, begrip of onbegrip. Tranquility in Time, rust in tijd, een pretentieloze suggestie.

Het oeuvre van Roovers is existentieel, tijdloos en fenomenologisch. Evenveel is haar praktijk bijzonder eigentijds en maatschappelijk geëngageerd. Aan haar uiteindelijke presentaties gaat steeds een omzichtig denk- en ontwikkelingsproces vooraf in dialoog met de lokale context. De aarde van de sculpturen in CC Strombeek haalde de kunstenares uit de nabijgelegen tuin van de Abdij van Grimbergen. Lagen van de typisch Vlaamse witte leemgrond zijn met een schop uitgegraven, en worden samen met hun inherente geschiedenis aan het publiek getoond om na afloop van de tentoonstelling opnieuw onder de grond te verdwijnen. Ook dit circulaire gegeven is doordrongen van een bewust in de wereld zijn. Het Westerse grondgebruik negeert typisch de intrinsieke geschiedenis en kwaliteiten van de grond waarop we leven, waarvan we leven. Het staat haaks op een meer duurzame, traditionele filosofie van werken mét in plaats van tegen de natuur; van langdurige en doordachte observatie in plaats van langdurige en onnadenkende arbeid.

De traagheid is een van de belangrijkste aspecten van Roovers praktijk. Tijd en duur zijn inherent aanwezig in het organische materiaal van de klei/aarde, alsook van het rituele maakproces en de zintuiglijke beleving van het werk. “We leven in een beeldcultuur waarin alles heel snel gaat, we kijken binnen de kaders van een virtuele internet-zone. Ik wil een antwoord geven op deze consumptie. Door stil te staan bij onze grond die iedereen vanzelfsprekend vindt, onze relatie met de aarde en onze beperkte kennis ervan vandaag.”

Met bijzondere dank aan Pater Johan en de Abdij van Grimbergen.

Installatie beelden door Kristien Daem.

HART magazine

An Roovers (1985, Tirlemont) est fascinée par la nature, la tradition et l’histoire. Des dessins tridimensionnels : telle est la meilleure manière de définir ses interventions sculpturales intuitives. La terre/l’argile sert de matière première à l’œuvre minimaliste et personnelle de Roovers. L’artiste travaille de manière procédurale et circulaire. Elle utilise toujours la matière première locale de la région où elle déploie son art, avant de ramener les sculptures à la source sous leur forme originale (terre). En utilisant des matériaux organiques et en se concentrant sur la lenteur, l’immobilité et le temps, Roovers donne naissance à un univers particulier, à la fois poétique et socialement engagé.

Au centre culturel de Strombeek, l’artiste a tracé deux lignes continues en terre sur le sol de la salle d’exposition. Comme une évidence, elles occupent l’espace de manière réfléchie. Elles ont été incorporées dans le vide initial et intégrées avec une extrême précision dans le jeu de lignes architectural des luminaires, des colonnes, des niches, de la hauteur, du sol et du plafond. Le positionnement équilibré des sculptures linéaires crée un espace chargé, presque brûlant, entre l’œuvre d’art, l’architecture et le spectateur. L’expérience montre clairement qu’outre les objets proprement dits, l’espace qui les entoure et qui en devient actif fait tout autant partie de la poésie de la sculpture.

L’œuvre de Roovers s’inscrit dans une esthétique minimaliste grâce à l’utilisation délibérée de la ligne, qui revient tant dans ses sculptures que dans ses œuvres sur papier et ses céramiques. Pour l’artiste, la ligne droite est la clé qui ouvre la porte d’un langage visuel universel, un signe qui acquiert un sens quand il est mis en relation avec un autre élément, comme l’espace ou la matière. Le travail de Roovers se distancie donc de toute narration anecdotique ou déterminante (et donc fermée). Cette répétition de la ligne recèle un aspect méditatif ; comparable à un poème dans lequel la respiration ou les espaces entre les mots sont essentiels à leur signification. « Dans le cadre de mon travail, je vise une déconnexion maximale. Je ne cherche pas à raconter une histoire. Je veux plutôt générer un sentiment, un émerveillement, une exploration ou une reconnaissance », explique An Roovers.

Cet espace intermédiaire indéfini et son expérience mentale et physique. Un rappel de l’espace sensoriel de la perception que le philosophe français Maurice Merleau-Ponty a décrit comme l’« être au monde » : il s’agit d’« oublier un instant » la familiarité de longue date que nous avons avec les choses qui nous entourent. Au travers de ses œuvres in situ, Roovers tente de susciter une prise de conscience de l’ici et du maintenant. Sans nous forcer, bien qu’avec insistance, elle nous invite à nous arrêter et à ralentir. La pureté du matériau, la simplicité et l’honnêteté de l’œuvre renforcent l’attention que nous portons aux détails et aux défauts, notamment la déchirure, la transformation, le rétrécissement et la dégradation de l’argile en train de sécher. Une invitation à mener une réflexion posée sur l’impopulaire : de la beauté et de la fragilité aux erreurs, aux défauts, au manque, au mécontentement, à l’inégalité sociale, à la compréhension ou à l’incompréhension, en passant par le silence et le temps. Tranquility in Time, la tranquillité dans le temps : une suggestion sans prétention.

L’œuvre de Roovers est existentielle, intemporelle et phénoménologique, mais aussi contemporaine et socialement engagée. Ses présentations finales sont toujours précédées d’un processus de réflexion et d’élaboration minutieux, en dialogue avec le contexte local. L’artiste s’est procuré la terre destinée aux sculptures du centre culturel de Strombeek dans le jardin voisin de l’abbaye de Grimbergen. Des couches de terre limoneuse blanche typiquement flamande ont été déterrées à la pelle et sont présentées au public accompagnées de leur histoire intrinsèque. Elles seront à nouveau enfouies sous terre à l’issue de l’exposition. Cette circularité recèle également une forme d’« être au monde ». L’utilisation occidentale de la terre néglige généralement l’histoire et les qualités intrinsèques du sol sur lequel nous vivons, et qui nous fait vivre. Elle est en contradiction avec une philosophie traditionnelle plus durable, qui consiste à travailler avec la nature plutôt que contre elle, à observer longtemps et de manière réfléchie plutôt qu’à agir longtemps sans réfléchir.

La lenteur compte parmi les aspects fondamentaux de la pratique de Roovers. Le temps et la durée sont intrinsèquement présents dans la matière organique de l’argile/la terre, ainsi que dans le rituel de fabrication et l’expérience sensorielle de l’œuvre. « Nous vivons dans une culture de l’image où tout va très vite, nous voyons les choses à travers les cadres d’une zone Internet virtuelle. Je veux apporter une réponse à cette consommation. Comment ? En m’intéressant à notre terre ; cette terre que tout le monde considère comme acquise. En me penchant sur notre relation à la terre et nos connaissances limitées en la matière. »

Un merci tout particulier au Père Johan et à l’abbaye de Grimbergen.

Installatie beelden door Kristien Daem.

HART magazine

An Roovers (1985, Tienen) has a strong fascination for nature, tradition and history. Her intuitive sculptural interventions can best be described as three-dimensional drawings. Earth/clay constitutes the raw material for Roovers' personal minimalist oeuvre. Her practice is process-oriented and circular. Roovers consistently works with local raw materials from the region in which she happens to be working, ultimately returning the sculptures to their place of origin in their original form (earth). Through her use of organic materials and her focus on slowness, stillness and time, Roovers creates a remarkable universe that is as poetic as it is socially engaged.

In CC Strombeek, the artist has patiently laid out two lines of soil on the floor of the exhibition space. They are thoughtfully positioned in the space. Embedded in an initially empty space and integrated with utmost precision into the architectural line pattern of the present light fixtures, columns, niches, height, floor and ceiling. The balanced positioning of the line sculptures creates a charged, almost vibrant space between the artwork, the architecture and the viewer. In the actual experience of the work, it becomes quite apparent that not only the objects themselves, but also the space around them, activated by the objects, is just as much a part of the poetic dimension of the sculpture.

Roovers’ oeuvre inscribes itself within a minimalist aesthetic through a conscious use of the line, a line that recurs in both her sculptures and works on paper and ceramics. For the artist, the straight line is a key to a universal visual language, a sign that can acquire meaning through its relationship with other elements, such as space or material. As such, her work remains far removed from any anecdotal or defining (and therefore closed) narrative. The repetition of the line has a meditative quality to it; it is comparable to poetry, where the rhythm of breathing or the spaces between words play an essential role in the overall meaning. "In my work, I actually want to eliminate as much as possible. I don't want to tell stories, but rather generate a feeling, a feeling of awe, affect a sense of exploring or recognising," explains Roovers.

This undefined in-between space and its mental and physical experience reminds of the sensory space of perception described by the French philosopher Maurice Merleau-Ponty as the être au monde: the " momentary forgetting " of our profound familiarity with the things in the world that surround us. With her works in situ, Roovers tries to create an awareness of the here and now; in an unconstrained yet persistent manner, she instils stillness and quietude in the viewer. The purity of the material, the simplicity and sincerity of the work, heightens our attention to details and defaults as they appear through the cracking, transforming, shrinking and deteriorating of the drying clay. It is an invitation to quiet reflection on the unloved that takes us from beauty and fragility, through silence and time, to mistakes, shortcomings, absence, discontent, social inequality, understanding or misunderstanding. Tranquillity in Time, an unpretentious suggestion.

Roovers' oeuvre is existential, timeless and phenomenological. At the same time, her practice is highly contemporary and socially engaged. Her finished presentations are always preceded by a careful thought and elaboration process that engages with the specific local context. The artist sourced the soil for the sculptures in CC Strombeek from the nearby garden of Grimbergen Abbey. Layers of typical Flemish white loam soil were dug up with a shovel and are presented —together with their inherent history— to the public, only to return to the ground after the end of the exhibition. This aspect of circularity is also imbued with a conscious being-in-the-world. The Western use of land typically ignores the intrinsic history and qualities of the land we live on and from. It is at odds with a more sustainable, traditional philosophy of working with nature rather than against it, of sustained and thoughtful observation rather than sustained and thoughtless labour.

Slowness is one of the most significant aspects in Roovers' practice. Time and duration are intrinsically present in the organic material of the clay/earth, as well as in the ritualistic creation process and the sensory experience of the work. "We live in a visual culture in which everything is happening very quickly, our gaze is fixed within the framework of a virtual Internet zone. I would like to provide an answer to this consumption. By reflecting on our soil that everyone takes for granted, our relationship with the earth and our limited knowledge of it today."

With special thanks to Father Johan and the Abbey of Grimbergen

Installatie beelden door Kristien Daem.

HART magazine