• Johann Sebastian Bach, Johannes-Passion BWV 245

Wie Pasen zegt, zegt Bach. Een traditie die 300 jaar teruggaat, naar Goede Vrijdag, 7 april 1724. In Leipzig wordt dan immers voor de allereerste keer de 'Johannespassie' gezongen onder leiding van de 39-jarige bescheiden cantor en organist: Johann Sebastian Bach. Zijn tijdloze meesterwerk blijft na al die jaren een balsem voor de ziel in de paastijd.

Deze passie, die Bach zelf nauw aan het hart lag, is een wervelend oratorium met een glansrol voor het koor. Dat kan schitteren in de vele turbae, de korte, expressieve tussenkomsten waarbij het koor ‘het volk’ vertegenwoordigt. De 'Johannespassie' wordt ook wel "de enige opera van Bach" genoemd dankzij de dramatische scènes en Bachs onnavolgbare gevoel voor muzikale theatraliteit – het huiveringwekkende openingskoor Herr, unser Herrscher zet meteen de toon.

Het is een ander passieverhaal dan dat van de drie andere evangelisten Mattheüs, Marcus en Lucas. De nadruk ligt hier op de goddelijke afkomst van Jezus, mens geworden zoon van God. Bach voerde de 'Johannespassie' vaak zelf uit en bleef – zoals dat gebruikelijk was in die tijd – zelfs tot kort voor zijn dood sleutelen aan de partituur.

De koren Clari Cantores uit Leuven en Carmina Kamerkoor uit Meise tekenen samen met dirigent Michiel Haspeslagh voor deze jubileumuitvoering. Haspeslagh verdiende zijn strepen als zanger in vele professionele barokensembles en oogstte als dirigent veel bijval met zijn doorleefde interpretaties van verscheidene barokoratoria.

Voor deze uitvoering van de 'Johannespassie' laat Haspeslagh zich omringen door het barokorkest The Company!, het ensemble van Johan Van Aken met vooral instrumentalisten van het voormalige ‘Il Fondamento’.

Geflankeerd door topsolisten met een internationale uitstraling en door zijn twee uitmuntende koren Clari Cantores en Carmina Kamerkoor wordt deze Johannespassie een streling voor het oor.

Meer lezen

Extra

Op wo 13.03.24 geeft musicologe Sabien Van Dale een toelichting bij dit concert.